Je ligt wakker in je bed
Het is de zoveelste nacht op rij
dat jij naar het plafond ligt te staren.
Je verveelt je.
En tegelijk is er onrust.
Je maag knort.
Je hoofd is actief.
Er is van alles in beweging
maar je hebt geen idee wat.
Je wilt je overgeven
Overgeven aan de nacht.
Maar je durft niet.
Bang dat er iets gebeurt.
Bang dat iets je overneemt.
Deze onrust
deze zwaarte
dit ongrijpbare gevoel.
Je hebt je gezin te beschermen
Waar tegen precies is niet duidelijk.
Tegen de wereld.
De kei-harde wereld.
Tegen het onlicht: het donkere duister
dat altijd en overal wel ergens in aanwezig is.
Tegen jezelf
met die woede in jou.
Het maakt je bang.
Bang om geen controle te hebben.
Bang om het allemaal te voelen.
Bang om iets te willen.
Iets wat niet oke is.
Bang voor de eenzaamheid
en de kou.
Voor de kilte
en de leegte.
Bang om je grenzen aan te geven
en om niet geaccepteerd te worden.
Je wilt dat het weg gaat, deze onrust en deze angst in de nacht
Het liefst ga je rechtop zitten.
Rechtop in bed.
Zodat het zakt.
Maar je wilt je vrouw niet wakker maken.
Dus je houdt je ogen open
zodat je hier en nu aanwezig bent
en niet bang hoeft te zijn.
Zodat je zeker weet dat je erbij blijft
en niet weg zakt in dat nare gevoel van kou en angst
dat jou nacht na nacht overneemt.
Zodat je zeker weet
dat je niet bloedlink wordt
en witheet van woede
for no reason eigenlijk.
Je voelt onrust
en je wilt dat het weggaat.
Dat die onrust
en die nare gevoelens
aan je voorbij gaan.
Want wat moet je er mee?
Je ligt nu echt al heel naar het plafond te staren.
Het gaat maar door en gaat maar door.
De processen in je hoofd
en in je lijf.
Gevoelens razen voorbij.
Je hebt er geen controle op.
Om gek van te worden.
Je handen ballen samen.
Je armen maken bewegingen.
Alsof je iets weg wilt gooien
Het liefst smijt je het weg
dit gevoel
die onrust.
Dwars door het raam.
Kon je het maar weggooien.
Want je kan er niks mee.
Het móét weg.
Weg uit je leven.
Weg uit je systeem.
Wat je wilt is wakker worden uit de droom
Want wat je eigenlijk wilt is wakker worden uit deze droom.
Een fijn leven leven.
Fijne ambities.
Mooie dromen waarmaken.
Zonder zorgen.
Zonder lasten.
Je wilt je overgeven aan een leven vol liefde.
Met een levensgroot open hart de wereld in stappen.
Je hart volgen.
Dus hoe moet je in godsnaam omgaan
met deze tering…
Met deze afleiding
die zo groot lijkt in de nacht
maar ook echt zo is?
De kracht van het niet weten
Je weet het niet.
Je weet het oprecht niet.
Je hebt geen idee.
Wauw.
Als je dat eens vaker zou kunnen zeggen.
“Ik weet het niet.”
Want je moet het altijd maar weten.
Laat god het weten.
God die liefdevol is
naar alles en iedereen.
Een god die niet straft.
Niet één bepalende god
maar het Goddelijke.
Uit godsnaam.
En uit liefde.
Wat je wilt is liefde voelen
Wat je eigenlijk alleen maar wilt
is liefde voelen.
Liefde voor je vrouw.
Liefde voor je kinderen.
Dat is wat je echt wilt:
een diepe liefde voelen.
Dwars door alles heen.